Maximaal aantal kinderen
Iedere pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor een maximaal aantal kinderen. Dit noemen we de beroepskracht-kindratio (bkr). Hoe jonger je kind is, hoe meer begeleiding hij nodig heeft. Oudere kinderen zijn minder afhankelijk. Ze hebben dus minder begeleiding nodig van een pedagogisch medewerker. Terwijl een pedagogisch medewerker juist meer tijd en ruimte nodig heeft om aan de behoeften van een baby te voldoen.
Voor baby’s geldt dus een andere beroepskracht-kindratio dan bijvoorbeeld voor kinderen op de bso. Die verdeling leggen we hieronder uit. Één pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor:
- maximaal drie baby’s;
- maximaal vijf kinderen van één tot twee jaar;
- maximaal acht kinderen van twee tot vier jaar;
- maximaal tien kinderen van vier tot en met zes jaar;
- maximaal twaalf kinderen van zeven jaar en ouder.
De rekentool
Met de rekentool beroepskracht-kindratio (BKR) kunnen we makkelijk berekenen welke groepssamenstelling mogelijk is. Vrijwilligers tellen niet mee in de berekening. Pedagogisch beleidsmedewerkers tellen alleen mee als zij tijdens bijvoorbeeld het coachen ook werkzaamheden van de pedagogisch medewerker uitvoeren. Zoals het verzorgen en opvoeden van kinderen en bijdragen aan hun ontwikkeling.
Drie-uursregeling en half-uursregeling
Op de groep mogen we maximaal drie uur per dag (bij een hele dag opvang) of een half uur (bij een bso-middag) afwijken van de beroepskracht-kindratio. Tijdens die uren mogen minder pedagogisch medewerkers worden ingezet. Dit heet de drie-uursregeling of de half-uursregeling. Daarover lees je in dit artikel meer.
Vaste gezichten
Voor baby’s en jonge kinderen is het belangrijk om een beperkt aantal vaste pedagogisch medewerkers te hebben die ze regelmatig terugzien. Dat draagt bij aan hun emotionele veiligheid. Daarom werken we bij Partou volgens het vaste gezichten-criterium. Hoe dat werkt? Lees in dit artikel meer over het vaste gezichten-criterium.