1. Het eerste contact met elkaar
Bij baby’s kun je een mooi voorwerp in de lucht houden terwijl ze tegenover elkaar liggen. Je laat het voorwerp tussen de baby’s in belanden, zodat ze naar elkaar kijken. Zo leggen ze het eerste contact met elkaar.
2. Herkennen van emoties
Het herkennen van emoties van anderen helpt je baby om vriendschappen te sluiten, en zich te verplaatsen in de ander. Een heel simpele manier om dat te oefenen is door te spiegelen. Dit stimuleren wij bijvoorbeeld door een liedje eerst heel boos zingen en dan heel blij. Kinderen gaan elkaar dan ook nadoen.
3. Elkaar helpen
Door peuters elkaar te laten helpen door bijvoorbeeld bij elkaar de jas aan te doen (hulp bieden en trots als het lukt). Of een peuter kan een baby een stukje brood geven. (peuter helpt en als het lukt heeft hij een trots gevoel en wil daarna nog een keer helpen)
4. Speelmateriaal delen
Bij het buitenspelen kunnen kinderen oefenen met het delen van spelmateriaal, zoals een fiets. Door er bewust maar 1 neer te zetten en goed te volgen hoe kinderen hiermee omgaan – en te ondersteunen waar nodig- zie je hoe kinderen omgaan met delen, maar ook met grenzen aangeven. Een mooi oefenterrein voor later als ze in situaties terecht komen waar ze moeten leren delen en samenspelen.
5. Elkaar nadoen
Baby’s reageren sterk op geluid en gezichtsuitdrukkingen en proberen veel na te doen. Spelletjes als kiekeboe, herhalen van geluiden of gezichtsuitdrukkingen helpen om contact te maken. Elke keer is een kindje dan op zoek naar bevestiging dat de reactie van de ander hetzelfde blijft, een feest van herkenning.
6. Kies speelgoed bewust
Wij denken goed na over het speelgoed dat we aanschaffen en de manier waarop we dit aan kinderen aanbieden. Het gaat dan om speelgoed/spelletjes, waarbij kinderen moeten samenwerken. Denk dan bijvoorbeeld aan mandjes die open en dicht kunnen, waarbij kinderen samen speelgoed erin en eruit kunnen halen. Samen bouwen met blokken en samen de hoogste toren maken, wie legt het hoogste blokje erop? Hoe bouwen we samen een stevige toren, zodat hij niet omvalt?
7. Ruimte gunnen
Vriendschap en goed met elkaar omgaan betekent ook iemand even zijn ruimte gunnen. Zo hebben wij op de opvang altijd een plekje waar een kind zich even kan terugtrekken. Een bank of hoek waar hij of zij even alleen kan spelen.
8. Stimuleer contact
Een andere vorm van contact maken, ontstaat na acht maanden wanneer een baby bewuster contact gaat maken met leeftijdsgenootjes en meer in de buurt wil komen door te kruipen en aan te raken. Op de kinderopvang stimuleren we ook dit contact door deze initiatieven te benoemen en te stimuleren: ’Wil je graag bij Tessa in de buurt komen? Toe maar! Probeer maar naar haar toe te kruipen.’ En natuurlijk helpen we als dit niet helemaal zelf lukt.
Wist je dat ...
Wij driehonderd inspiratiekaarten hebben binnen de thema’s ‘muziek’, ‘bewegen’ en ‘naar buiten’? Deze activiteiten stimuleren bijna allemaal de samenwerking tussen kinderen. Ze leren er ook mee om meer geduld te hebben, te delen en samen te spelen.
Een voorbeeld: ‘Bekerpiramide. Bouw samen een bekerpiramide zonder handen. Het is een lastig samenwerkingsspelletje, maar gaat het de kinderen lukken om een complete piramide te bouwen?