De fases van vriendschap
Als je kind naar het kinderdagverblijf gaat dan maakt hij hier waarschijnlijk zijn eerste vriendjes. Zo leert hij op de opvang speelgoed te delen, te wachten op zijn beurt, samen met andere kindjes te spelen en hoe hij een ruzie oplost. Dit zijn allemaal sociale vaardigheden die hij later nodig heeft om vrienden te maken en te behouden en zelfverzekerder in het leven te staan. Op de kinderopvang zien wij dat kinderen van verschillende leeftijden ook verschillende waarden aan vriendschap hangen. Ontdek de vriendschapsfases.
Baby: De 'eerste' vriendschappen
Baby's leren al vrij snel bepaalde handelingen te doen, die later handig zijn bij het maken van vriendjes. Zo ontdekken ze dat als je naar je papa of mama lacht, ze teruglachen. Een leuk spelletje! En vanaf vier maanden begint je kindje al te lachen naar ‘nieuwe’ gezichten. Andere vormen van contact leggen zijn bijvoorbeeld het herhalen van geluiden of gezichtsuitdrukkingen imiteren. Je kindje is dan op zoek naar bevestiging dat je hem hoort en ziet. Het is dan een soort feestje van herkenning. Een andere vorm van contact maken, ontstaat na acht maanden wanneer je baby bewust leeftijdsgenootjes aanraakt.
2-4 jaar: De ‘ongecompliceerde’ vriendschap
Peuters spelen niet echt met elkaar, maar eerder naast elkaar. Moeite hebben om speelgoed te delen hoort hierbij. Daarentegen zijn peuters vaak erg gul in het uitdelen van knuffels en kusjes en kruipen ze graag tegen elkaar aan. Dit is een ongecompliceerde vriendschap die je bij volwassenen niet vaak meer tegenkomt. In deze levensfase gaan ze ook steeds meer emoties van anderen herkennen. Dit helpt je kind om vriendschappen te sluiten en zich te verplaatsen in de ander. Als je kind niet naar een kinderopvang gaat, geef hem dan op voor de peuterspeelzaal waar hij met leeftijdsgenootjes speelt en vriendjes maakt. Vraag je kind ook of hij een vriendje thuis wil uitnodigen en stimuleer gezamenlijke activiteiten zoals samen een puzzel doen, met Dublo spelen of samen eten.
4-8 jaar: De ‘hetzelfde leuk vinden’ vriendschap
Kinderen tussen 4 en 8 jaar hebben vaak een duidelijke voorkeur voor wie ze aardig vinden. Dit is vaak gebaseerd op activiteiten die ze beiden graag doen. In deze leeftijdsfase leert je kind ook spullen te delen. Vooral in hun vrije tijd, zoals op de bso, staat het oefenen in contacten leggen centraal. Ze vinden het belangrijk om gehoord en gezien te worden door leeftijdsgenootjes. Vriendschappen wisselen op deze leeftijd wel regelmatig. Dit zie je vooral als er een ruzie ontstaat. Een ‘break-up’ is dan het geval. Al komt er na een bepaalde periode vaak wel weer een verzoening tussen beiden. Je kind leert in deze fase zelf oplossingen te bedenken om het ‘weer goed te maken’. Een goede stimulans om vriendschappen in deze levensfase te sluiten, is door je kind aan te melden voor een sportclub. Komen er vriendjes over de vloer zorg dan dat je de eerste keer even met ze meespeelt om te laten zien hoe je samen speelt en deelt.
8-10 jaar: De ‘begrip en steun’ vriendschap
Vanaf 8 jaar geeft je kind zich meer bloot in een vriendschap. Het inlevingsvermogen groeit sterk vanaf deze leeftijd. Je kind kiest zijn vrienden nu niet meer alleen op basis van dezelfde dingen leuk vinden, maar hij is ook op zoek naar begrip en steun bij vriendjes. En wil graag samen dingen doen en delen. Dit betekent ook dat ruzies pijn doen en dat afwijzing verdriet oplevert. Leer je kind samen met zijn vriendje deze ruzies uit te praten. Ga samen om de tafel zitten en vraag naar wat er gebeurt is. Geef je kind vooral de ruimte om zelf oplossingen te bedenken. Om de band tussen je kind en zijn vriend(jes) te versterken, kun je een logeerfeestje organiseren. Op deze manier delen ze een ‘spannende’ gebeurtenis.
10-12 jaar: De ‘elkaar nodig hebben’ vriendschap
De vriendschap van kinderen vanaf 10 jaar is meer gebaseerd op elkaar nodig hebben. Je kind verplaatst zich nu nog meer in een ander. Je kind is nu aardig tegen de ander, niet alleen omdat hij hem aardig vindt, maar ook omdat hij weet dat de ander dit fijn vindt. In deze leeftijdsfase zie je heel goed dat vriendschappen tussen meisjes anders zijn dan die tussen jongens. Meisjes hebben vaak een of twee goede vriendinnen en jongens bewegen zich vaker in groepen. Meisjes zijn meer gericht op emotionele steun dan jongens. Zo troosten meisjes elkaar, delen geheimen en geven raad. Bij jongens ligt de nadruk meer op competitie; wie heeft het voor het zeggen. Het stimuleren van vriendschap is op deze leeftijd niet echt meer nodig, maar blijf interesse tonen voor vrienden van je kind. Probeer bij problemen vooral goed te luisteren, maar laat ze het zelf oplossen.
Vriendjesweek
Om het belang van vriendschap onder de aandacht te brengen, organiseren we elk jaar in april op alle kinderdagverblijven, peuteropvang en bso’s Vriendjesweek. Een jaarlijks terugkerende week vol leuke activiteiten waarin we extra veel aandacht schenken aan het thema vriendschap. Zo organiseren we onder meer speciale vriendschapsspelletjes, doen we activiteiten die vriendschap bevorderen, maken we foto’s van alle vriendjes en sturen we kaarten naar vriendjes en vriendinnetjes. Deze week staan we even iets langer stil bij het belang van vriendschap.