Waarom liegen kinderen?
Allereerst is het goed om te weten dat kinderen tot ongeveer 7 jaar niet bewust liegen. Want voor hen is het inleven in een ander moeilijk. Bovendien lopen fantasie en werkelijkheid nog door elkaar. Daardoor kunnen ze nog niet goed onderscheid maken tussen wat écht gebeurd is, en wat ze graag zouden willen. Zo praten kinderen van drie tot vijf jaar oud vaak over onzichtbare en verzonnen vriendjes, monsters en pratende knuffels. Dat is typerend voor deze leeftijd. Ook dát zien we soms als leugens, al zijn ze dat eigenlijk niet. Het is hun levendige fantasiewereld. Fantasie en werkelijkheid lopen nog door elkaar.
Kinderen van 8 jaar en ouder begrijpen dat hun acties een bepaald gevolg hebben. Ze liegen bewuster. Liegen op deze leeftijd komt vaak voort vanuit onzekerheid of angst voor straf of afwijzing. Vaak liegt een kind over dagelijkse dingen, waar hij geen zin in heeft. Bijvoorbeeld over huiswerk, tanden poetsen of klusjes.
Hoe ga je om met liegen?
Zie je dat je kind bewust liegen om onder een klusje uit te komen?
Geef hem dan een bewuste keuze. “Ik zie dat de Lego nog opgeruimd moet worden. Zullen we dit samen doen of wil je dit graag met iemand anders doen?”
Geven je kinderen elkaar de schuld?
Kies dan geen partij en maak er een leermoment van: “Oeps, ik zie dat de beker is omgevallen. Zullen we het samen opruimen?”
Liegt je kind vaak?
Dan is het goed om te kijken wat het doel is achter de leugen en hier de aandacht op te richten. Kinderen liegen niet zomaar. Praat erover op een rustige, betrokken manier, zonder te oordelen. Als je met je kind praat, kun je dit het beste op hun hoogte doen. Zo kun je namelijk makkelijker oogcontact maken. Benoem dan de behoefte of wens van je kind, zeg wat je verwacht en stel een grens of bied een oplossing.
Probeer een vraag te beginnen met ‘hoe’, ‘wat’ of ‘waar’, zoals “hoe kwam het dat je wat anders zei?”, “wat was er aan de hand?” of “waar was je bang voor?”. Bij een vraag met ‘waarom’, zoals “waarom was je niet eerlijk?“, is de kans groter dat je kind zich aangevallen voelt en niet zal antwoorden, of weer een leugen vertelt.
Zo zou zo’n gesprek eruit kunnen zien
Je kind heeft zijn handen niet gewassen, maar beweert van wel. Je zakt door je knieën. “Ik zie dat je handen droog zijn. (1) Je bent vast zó fijn aan het spelen, dat je nu geen zin hebt om je handen te wassen. (2) Ik snap ook wel dat je er daarom geen zin in hebt. Maar we gaan zo eten, en dan wassen we altijd eerst onze handen.(3) Kom, we gaan onze handen wassen! (4)
Tips!
Het hoort erbij!
Liegen of jokken hoort bij de ontwikkeling van kinderen.
Goed voorbeeld doet goed volgen
Je kunt je kind helpen door uit te leggen waarom het zo belangrijk is om eerlijk te zijn. En misschien een inkoppertje, maar kinderen kopiëren volwassenen. Dus geef zelf het goede voorbeeld.
Luister goed
Probeer te achterhalen waarom je kind liegt. Er is vast een reden voor. Zo liegen kinderen soms omdat ze niet willen dat je boos wordt. Blijf daarom altijd rustig en vind samen een oplossing.
Compliment voor jou!
Als je regelmatig straft, is de kans op liegen groter. Dit omdat je kind dan juist de straf wil ontlopen. Geef daarom liever een compliment als je kind eerlijk is.