‘Geluiden maken, oogcontact, lachen. Voor baby’s zijn dat de eerste stappen op weg naar vriendschap,’ vertelt Christien ter Haar, pedagogisch medewerker en locatiemanager bij Partou. ‘Maar baby’s zijn ook nieuwsgierig naar elkaar. Ze lachen bijvoorbeeld naar elkaar, raken elkaar aan, tasten dit af en gaan met hetzelfde speelgoed spelen. Daarna begint het imiteren.’
Sociale vaardigheden stimuleren
‘Op de babygroep proberen we al die sociale vaardigheden – die helpen bij het maken van vrienden – al heel jong te stimuleren. Door de baby’s bijvoorbeeld samen in een box of op een mat te leggen in plaats van dat we ze allebei apart in een box neerleggen. Maar er zijn meer manieren.’
Veel liefde geven
‘We geven de kinderen veel liefde. Een liefdevolle omgeving is voor kinderen namelijk een belangrijke voorwaarde om zich sociaal te kunnen ontwikkelen. Dit zorgt voor emotionele veiligheid. Een kind moet gezien en gehoord worden. Getroost worden als hij verdrietig is. Een lach zien als hij blij is. Dat geeft vertrouwen. Daarom knuffelen, lachen en troosten we heel wat af.’
Samen spelen
‘We helpen op de babygroep bij het maken van vrienden door veel contact te maken en dat onderling te stimuleren. Samen plezier maken. Als we bijvoorbeeld met de ene baby een kriebelspelletje doen en zien dat een andere baby daar ook van geniet, zeggen we bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat Thijs het ook leuk vindt. Wil je meedoen? Zo geef je het goede voorbeeld én maken we kinderen sociaal attent op elkaar.’
Emoties benoemen
‘We benoemen ook alles zo veel mogelijk, zoals emoties. Dat helpt om je te verplaatsen in een ander. ‘Oh, wat ben je blij.’ ‘Ik zie dat Lise heel verdrietig is.’ Wat we ook vaak doen: een baby voor de spiegel leggen. Door in de spiegel te lachen, leert je baby dat het kind in de spiegel (hijzelf dus) teruglacht. Zo oefenen we spelenderwijs en zonder woorden het herkennen van emoties.’
Elkaar troosten
Baby’s voelen elkaar aan en halen troost uit contact met leeftijdsgenoten. Wat we daarom vaak doen, als een kind zich niet fijn voelt, is er een kind naast leggen dat zich wel fijn voelt. Dit heeft meteen effect. Heel bijzonder, want dat hoort bij vriendschap: elkaar troosten. Wat ook helpt, bijvoorbeeld als een kind verdrietig is na het afscheid van zijn papa of mama: we vragen een vriendje of vriendinnetje hem een hand te geven en samen te spelen. Of wijzen bij de kleinsten de andere kinderen aan en benoemen dat die er ook zijn en al fijn aan het spelen zijn. Dat geeft snel troost en rust.
Bewust contact
‘Echt, de eerste vriendschappen ontstaan al rond de zes maanden. Baby’s gaan elkaar herkennen en ontwikkelen een voorkeur voor bepaalde leeftijdsgenoten. Wanneer hun vriendje een dag niet op de groep is, kunnen ze even behoorlijk van slag zijn. Ook het bewust contact maken begint na een halfjaar. Baby’s kruipen dan bijvoorbeeld naar elkaar toe. Ze willen elkaar aanraken. En als ze dan weer wat ouder zijn, noemen ze ook elkaars naam. Bijvoorbeeld aan tafel. ‘Thijs op’ of ‘Joep ook op’.’
Elkaar helpen
‘Het stimuleren van onderling contact doen we bij baby’s vooral door ze hetzelfde te laten doen. Maar als ze eenmaal dreumes zijn, stimuleren we ze ook om elkaar te helpen. Zo betrekken we de dreumesen op de babygroep bij het geven van de flesjes aan de allerkleinsten. Dit is ook goed voor hun sociale vaardigheden, die ze als peuter straks spelenderwijs gaan ontwikkelen door interactie met elkaar. Maar de basis hiervoor is al gelegd op de babygroep.’
Samen met Ouders van Nu
Ouders van Nu filtert iedere dag speciaal voor (aanstaande) vaders en moeders het nieuws uit binnen- en buitenland op interessante berichten. Zij focussen op nieuwtjes waar aanstaande ouders beter, blijer of wijzer van wordt. Dit artikel is geschreven in samenwerking met Ouders van Nu.