-
Nieuwe paadjes ontdekken
Buiten prikkel je je zintuigen op een andere manier. Je voelt de wind op je gezicht, ruikt de geur van de bloemen en hoort de geluiden van vogels en de ruisende bladeren. Je beweegt je buiten de gebaande paden en doet ervaringen op in het échte leven. Bij elke ervaring maakt je brein nieuwe paadjes aan en worden de bestaande paadjes sterker. Buiten spelen is dus heel goed voor je brein. De natuur is goed voor je creativiteit en verbeelding, maar ook voor het probleemoplossend vermogen en de sociale vaardigheden. Want buiten kan álles. Een boomstammetje wordt een boot, een tak wordt een toverstaf. Kinderen bedenken samen hun eigen avonturen en spelletjes. Dat gaat veel makkelijker als ze in de natuur zijn. Van het bouwen van een fort met takken, tot het maken van een kunstwerk van gevonden afval!
-
Lekker vies worden
Als kinderen buiten spelen, worden ze vies. En dat is helemaal niet erg, want wist je dat kinderen die vies mogen worden er veel eerder op uitgaan om te ontdekken en te experimenteren? Ze voelen zich vrijer. Tijdens onze jaarlijkse Modderweek, mogen kinderen heerlijk vies worden. Ze ontdekken wat modder is en wat voor leuke spelletjes je ermee kunt doen. Van een modderstormbaan tot verven met modder. Zelfs met de allerkleinsten!
-
De paden op, de boom in
Rennen door een open veld, klimmen in een boom of wandelen over een kronkelpaadje. In de natuur ben je op een heel andere manier actief dan binnen. Bewegen is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook weer voor je brein: het vermindert stress en verbetert je concentratie. Klimmen en klauteren is goed voor de motorische ontwikkeling. Avontuurlijk spelen maakt dat kinderen – ook op latere leeftijd – makkelijker bewegen, risico’s beter kunnen inschatten en zich minder snel bezeren. Het is goed voor hun reactievermogen, ze leren sneller reageren op onvoorspelbare situaties. Door te klimmen en te klauteren leren ze ook balanceren en evenwicht bewaren. De hersenhelften leren zo goed samenwerken.
-
Je batterij opladen
Door buiten te spelen in het groen maken je hersenen gelukshormonen aan. Endorfine en dopamine zijn de belangrijkste. Die stofjes zorgen voor een gelukkig gevoel en verminderen stress en pijn. De natuur heeft een kalmerend effect. Van het luisteren naar het ritselen van bladeren, het kijken naar de zonsondergang tot het voelen van de grond onder je voeten. Je ontsnapt éven aan de drukte van de dag. En kunt dus echt even opladen en ruimte maken om nieuwe dingen te leren.
-
Ont-moeten
In je ééntje een ommetje maken werkt heel ontspannend. Door te ‘scharrelen’ in het groen en even niets te moeten, zet je je brein op een hele andere manier aan. Of juist even úit. Samen eropuit gaan is ook een goed idee. Van samen spelen, wandelen of buitensporten word je enthousiast en krijg je (zelf)vertrouwen. Dat is niet alleen voor kinderen zo, jij leert je collega’s of vrienden tijdens een wandeling of actief uitje ook heel anders kennen. Het is goed voor de samenwerking én inlevingsvermogen.
-
Respect voor het milieu
Door in de natuur te spelen, leren kinderen er ook goed voor te zorgen. De leren waarom de natuur zo belangrijk is en waarom we respect moeten hebben voor alles wat leeft. En wat voor effect mensen hebben op de natuur, bijvoorbeeld als ze afval zomaar achterlaten. Door lekker veel in de natuur te spelen en samen met je kind bewust bezig te zijn met natuurbeleving- en behoud, worden ze zich bewust van hun invloed. Want kinderen zijn de toekomst van morgen!