Durf ik dit?
Van spannende en uitdagende activiteiten leren kinderen veel. Denk maar eens terug aan je eigen kindertijd. Hoe blij was je toen je eindelijk met losse handen van het klimrek sprong? Hoe spannend vond je het om een vuurtje te stoken? Hoe trots was jij toen je als peuter van de zandbakrand kon springen? Wanneer we het spel van kinderen te veilig maken (te veel begrenzen), krijgen zij niet de kans om ‘risicobekwaam’ te worden. Kinderen overwinnen hun angsten door zich af te vragen: “Durf ik dit en kan ik dit?” Zo leren ze inschatten hoe groot het risico is dat het mis kan gaan. Door deze ervaringen leren kinderen om zelfstandig de juiste afweging te maken wanneer er zich een risicovolle situatie voordoet. Kinderen verleggen hierdoor hun grenzen, overwinnen angsten en vermijden grote risico’s.
De ruimte geven
Het is belangrijk dat kinderen ervaringen opdoen: leren door te doen (ervarend leren). Door dingen uit te proberen, testen kinderen hun eigen grenzen. Wanneer iets lukt, zijn ze trots op zichzelf. Dit geeft zelfvertrouwen. Risico’s opzoeken en hier grensverleggend mee omgaan, hoort bij de natuurlijke ontwikkeling van je kind. Hoewel je ze de ruimte geeft, blijf je natuurlijk wel alert. Is je kind zeer impulsief? Kan hij moeilijk zijn eigen motorische vaardigheden inschatten? Ziet hij risico’s niet of is hij vrij angstig? Let dan altijd goed op. Maar je moet durven iets te laten gebeuren. Ruimte geven aan verantwoorde risico’s is natuurlijk wel iets anders dan kinderen aan gevaar blootstellen.
Verschil risico en gevaar
Wat is exact het verschil tussen je kind risico’s te laten nemen en je kind aan gevaar bloot te stellen. De grens tussen gevaar en risico verandert ook naarmate kinderen ouder worden en zich verder ontwikkelen. Zo is voor een kind van twee jaar spelen bij open water een gevaar, terwijl dat voor een tienjarige met zwemdiploma een risico is.
Risico heeft te maken met de kans dat iets niet goed kan gaan. Daarbij bepalen de keuzes voor een groot deel of het wel of niet mis gaat.
Gevaar is een rechtstreekse dreiging waar je zelf weinig invloed op uitoefent.
Voorbeelden van risicovol spelen:
- Spelen op hoogte (in bomen klimmen, klimrekken, schommels e.d.)
- Spelen op snelheid (skaten, steppen, hard fietsen e.d.)
- spelen op risicovolle plekken (vijver, bij vuur, bos e.d.)
- trek- en duwspelletjes (stoeien, stokkengevecht e.d.)
- spelen uit zicht (zelfstandig speurtocht uitzetten, zelfstandig naar voetbalveldje e.d.)
Verantwoorde begeleiding op de bso
Op onze bso’s weten we hoe we kinderen op een verantwoorde manier moeten begeleiden bij een risicovol spel. Denk hierbij aan samen verantwoord een (kamp)vuurtje stoken. Kinderen bij het boompje klimmen, uitleggen dat als het geregend heeft een boom glad kan zijn en dat je minimaal een b-diploma moet hebben om bij het open water te mogen spelen.
Gevarieerd activiteitenaanbod bij Partou
Opgroeien is net een reis, vol met avonturen. Wij helpen kinderen op weg. En we reizen met ze mee. Zo groeien ze van de baby op de dagopvang uit tot de tiener op de bso. Dat doen we met activiteiten die niet alleen leuk zijn, maar waarmee ze hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Hoe we dat doen?